Wat is de betekenis van VULGUS?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vulgus

(Lat.), o., gemeen volk; grauw.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Vulgus

[Lat] de massa, het plebs.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Vulgus

de grote hoop, het gemene volk.

2025-07-24
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Vulgus

(volgus), i, m. zelden m., I. in ’t alg., a. eig., het volk = de grote massa, de mensen, het publiek, de gewone man; in de stad: vulgusque proceresque gemunt, Ov., non est consilium in vulgo, non ratio etc., Cic., disciplinam in vulgum efferre, Caes., exire atque in vulgus emanare, Cic., (dies) alter in vulgus...

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

vulgus

(Lat.) o. het (gcwonel volk, de grote hoop.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vulgus

o.; Lat. het volk; inz. het gemene volk, het grauw: o'di profa'num vul'gus (et ar'ceo), ik haat het oningewijde gemeen (en weer het), uit Horatius.

2025-07-24
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

vulgus

(Lat), o. het volk, de grote massa.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vulgus

o. [Lat.] gemeen volk, grauw. → odi profanum vulgus...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vulgus

[Lat.], o., gemeen volk; grauw.