Verzekering
v. (-en), 1. het verzekeren ; betuiging dat iets zus of zo is, geschieden zal, geschied is (enz.): blijf gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is (2 Tim. 3 : 14); neem de verzekering van mij aan, dat... ; ik kan u de verzekering geven, dat-..., stellig verklaren : 2. (Zuidn.) (R.-K.) het toedienen van doops...