Wat is de betekenis van verf?

v. (verven), 1. vloeibare kleurstof, een bij kamertemperatuur vloeibare massa van een bep. kleur, die in dunne lagen over voorwerpen wordt uitgestreken ter bescherming en/of verfraaiing (of als kunst), en, na droging, daarop een vaste, ondoorzichtige laag vormt: een pot, een bus, een tube verf; verf aanmaken, uit vaste grondstof bereiden doo...

Vlaams Egalisatie- en Rentefonds

verf - Zelfstandignaamwoord 1. (schilderkunst) de algemene benaming voor een product dat bedoeld is om voorwerpen te beschermen tegen de weersomstandigheden of te kleuren door ze van een pigmenthoudende laag te voorzien verf - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verven ♢ I...

verf - zelfstandig naamwoord 1. vloeistof met bepaalde kleur om mee te schilderen ♢ hij smeerde groene verf op de muren 1. niet uit de verf komen [niet goed tot zijn recht komen] Zelfstandig naamw...

< znw. verf i.v.m. het beroep verver, met name een blauw- of lakenverver, de ambachtsman die stoffen kleurde door ze in een (blauwe) verf te dompelen.

schilderen, verf, verven

- in de verf zetten, <fig.> de nadruk leggen op, de aandacht vestigen op. Dat de meeting wordt georganiseerd, moet de goede wil en de ongebreidelde inzet van president Festus Mogae in de verfzetten. - DM, 21-11-2002. zie pakken.

Verf is een materiaal, min of meer vloeibaar, om te schilderen; bestaat meestal uit een pigment, een bindmiddel en een droogmiddel; acrylverf, gouache, aquarelverf lossen in water op, olieverf niet.

In het Vlaamse Rotselaar komt de volgende verwensing voor: Alles watje zegt ben je zelf,// met je broek in de verf. In Zonhoven varieert men daarop met: Alles watje zegt, ben je zelf,// met je achterste in de rode verf. De variant met verf is niet beperkt tot Vlaanderen. Ook in het Gelderse Aalten is hij niet vreemd. Het hele v...