Wat is de betekenis van Ros?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ros

I. o. (-sen), (litt. t.) paard: hij besteeg zijn5 moedig ros; — bep. schoon, vurig, moedig paard; strijdpaard; — het ijzeren ros, de spoortrein; — het stalen ros, het rijwiel. II. rosse v., (Zuidn.) 1. slecht of oud paard, knol. 2. slecht mens, kanal je; een ros (van een wijf), helleveeg,...

2025-07-29
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

ros

I roos (ook van schietschijf). II J †, ruas, geleding.

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

ros

1) (19e eeuw) (< Hebr. rosj?) (Barg.) hoofd. Andere Bargoense termen hiervoor: ballon*; kanes*; kiebes*; klabbes*; klapbes*; knar*; knerp*; neut*; parg*; patet*; rausje*; test*; treiter*. • Wij belenzen het later bij het neref van een winkel; het is echt spul. „Jongen", zeg ik tegen de „slappe", „houdt het goed gewoerem "...

2025-07-29
Afkortingenlijst Vlaanderen

Team taaladvies (2020)

ROS

regionaal overslagstation

2025-07-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Ros

Waarschijnlijk een spellingvariant van Ross.

2025-07-29
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

ros

strafdoublet

2025-07-29
Begrippenlijst Omroep Reclame Nederland

Omroep Reclame Nederland (2016)

ROS

ROS staat voor Run of Site. De advertentie roteert op willekeurige pagina’s van een specifieke site.

2025-07-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

ros

(zn) graszode BM, LC, TM, WB.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

rös

(bn) overrijp EK, TM.