Parelen
I. bn., van parelen gemaakt of met parels versierd: een paarlen halssnoer; een parelen armbandje. II. (parelde, heeft gepareld), 1. (overg.) een parelvormig ornament op iets aanbrengen: deze lepels moeten gepareld worden. 2. (overg.) aan iets de vorm van parels geven: geparelde thee, uit dubbele, in ronde korreltjes gerolde bl...