Overgeven
(gaf over, heeft overgegeven), 1. aan iem. anders geven, overreiken: geef hem dat boek eens over; — ter hand stellen: ik heb hem zelf de brief overgegeven; 2. (Zuidn.) aangeven, aangifte doen van: een kind overgeven (bij de burgerlijke stand); 3. aan een ander doen geworden, overleveren, verder geven enz.: het wachtwo...