Wat is de betekenis van Ontroeren?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontroeren

(ontroerde, heeft en is ontroerd), 1. aandoen, in het gemoed treffen, hetzij door verblijdende of bedroevende omstandigheden: geen kwelling zeil mijn vrij gemoed ontroeren; zijn woorden hadden haar nog meer ontroerd. 2. (onoverg., w. g.) aangedaan worden: ontroer dan, aarde, en gruw!

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontroeren

ontroeren - Werkwoord 1. (ov) gevoelens van medeleven, vertedering of getroffenheid oproepen Onwillekeurig werd hij ontroerd door de aanhankelijkheid waarmee het kind hem begroette. Woordherkomst Afgeleid van roeren met het voorvoegsel ont-

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontroeren

ontroeren - regelmatig werkwoord uitspraak: ont-roe-ren 1. hem in zijn gevoel treffen met iets fijns of verdrietigs ♢ die film ontroerde mij erg Regelmatig werkwoord: ont-roe-ren ik ontroer ...

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontroeren

v., oandwaen, yn 't moed taeste.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontroeren

ontroerde, h. (1), i. (2) ontroerd (1 aandoen; treffen; 2 aangedaan worden): 1 ieder der aanwezigen ontroeren; 2 de vrouw ontroerde diep.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontroeren

(‘roerən) (ontroerde, ontroerd) 1. (heeft) aandoen, treffen : zijn woorden hadden haar ontroerd; een -d toneel. 2. (is) aangedaan worden : de vrouw ontroerde tot bezwijmens toe.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontroeren

(ontroerde, heeft en is ontroerd), aandoen, in het gemoed treffen, hetzij door verblijdende of bedroevende omstandigheden: zijn woorden hadden haar zeer ontroerd.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontroeren

(ontroerde, heeft en is ontroerd), aandoen, treffen hetzij door verblijdende of bedroevende omstandigheden : geen kwelling zal mijn vrij gemoed ontroeren; zijne woorden hadden haar nog meer ontroerd; aangedaan worden: ontroer dan, aarde, en gruw ! ONTROERING, v. (-en).

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)