Mislukken
(het mislukte, is mislukt), 1. niet gelukken, slecht, verkeerd uitvallen: alles wat hij onderneemt mislukt hem; door de waakzaamheid der bezetting mislukte de aanslag; een mislukte onderneming; 2. niet worden wat iem. of iets worden moest, verongelukken : zijn zoon is mislukt; een mislukt genie; een mislukt advocaat; — een...