Kraken
(kraakte, heeft gekraakt), I. onoverg., 1. een vrij scherp, onregelmatig geluid maken of laten horen zoals men b.v. hoort wanneer hout breekt, of wanneer delen van een voorwerp over elkaar schuiven of wringen : het bed, de stoel kraakt; mijn laarzen kraken ; de sneeuw kraakt onder de voeten ; hij rekte zich uit, dat de gewrichten k...