Hertog
m. (-en), 1. (hist.) oorspr. aanvoerder van de heirban in een gewest van het Frankische rijk, later ook burgerlijk bestuurder met vrijwel onafhankelijk gezag, vandaar als titel van sommige landsheren en van vorsten : de Hertog van Brabant, van Gelder enz. ; de Hertog van SaksenCoburg; 2. hoge adellijke titel in verschillende Europese...