Dom — onkundig — onnoozel — onwetend
Dom ziet op be¬krompenheid en traagheid, onnoozel op zwakheid van geest. De domme heeft een beperkt, de onnoozele heeft geen gezond verstand, geen oordeel. Wie zich dom houdt, doet of hij van niets weet; wie zich onnoozel houdt, neemt den schijn aan van iets niet te kunnen begrijpen of te weten. On¬kundig en onwetend laten den natuurlijken...