Dollen
I. DOLLEN (dolde, heeft gedold), 1. uitgelaten handelen, gekheid maken; 2. met iem. dollen, uitgelaten, wild spelen, stoeien; ofwel hem voor de gek houden; 3. een os dollen, bedwelmen door hem met een moker voor de kop te slaan; ook vis dollen, bedwelmen. II. DOLLEN (dolde, heeft gedold), (gew.) dolven, rooien: aardappel...