Wat is de betekenis van beperkt?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beperkt

bn. (-er, -st), 1. geen volle vrijheid of macht hebbend over: in zijn tijd beperkt zijn. 2. enigszins verkleind, verminderd: beperkte dienst op Zondag;beperkt algemeen kiesrecht, waarbij bepaalde categorieën van personen worden uitgesloten. 3. (fig.) klein, niet ver reikend: beperkte middelen; niet gevari...

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beperkt

beperkt - Bijvoeglijk naamwoord 1. verminderd, met specifieke grenzen Het apparaat is goed inzetbaar in beperkte ruimtes. Een beperkter assortiment is goed voor het rendement. Hoewel het land heel groot is is het nie...

2025-07-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beperkt

beperkt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-perkt 1. zonder begrip voor anderen ♢ hij is nogal beperkt in zijn oordeel 2. niet helemaal of optimaal ♢ zij kan haar knie maar beperkt buigen...

2025-07-22
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

beperkt

De laatste rijtuigen zijn beperkt te Dendermonde (mededeling op station: het laatste deel rijdt niet verder dan Dendermonde; vgl. sont limités à Termonde).

2025-07-22
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beperkt

adj., biheind, biskaet.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beperkt

bn. (betrekkelijk klein; gering): van een beperkt inkomen leven; een beperkt verstand.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beperkt

(beperkt) bn. en bw. (-er, -st) 1. verl. deelw. van beperken. 2. gering : -e vermogens; -e middelen. Syn. → bekrompen.

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beperkt

bn. (-er, -st), 1. geen volle vrijheid of macht hebbend over: in zijn tijd beperkt zijn; 2. enigszins verkleind, verminderd: beperkte dienst op zondag; beperkt algemeen kiesrecht, waarbij bepaalde categorieën van personen worden uitgesloten; 3. (fig.) klein, niet ver reikend: een beperkte keuze; oneig.: een beperkt verstand, beperkte kennis;...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beperkt

BEPERKT, bn. (-er, -st), bepaald; in zijn tijd beperkt zijn, niet volop den tijd hebben; — eenigszins verkleind, verminderd beperkte dienst op Zondag; — (fig.) bekrompen: een beperkt verstand, kennis; beperkt in zijn oordeel zijn; — beperkt algemeen kiesrecht, waarbij bepaalde categorieën van personen worden uitgesloten; &...