Wat is de betekenis van bacil?

m. (-len), staaf- of kommavormige bacterie; bij uitbr. bacterie in het alg. : sommige bacillen kunnen besmettelijke ziekten veroorzaken; andere veroorzaken bederf en gisting in vloeistoffen en vaste stoffen; weer andere verwekken het lichten der zee.

staafbacterie. lange, dunne, staafvormige of kommavormige bacterie die bekend staat als ziekteverwekker en als veroorzaker van bederf en gisting; staafbacterie. Ook wel in toepassing op ziekteverwekkende bacteriën in het algemeen. Voorbeelden: De bacillen die bacteriële meningitis veroorzaken leven van nature achter...

UIT: Harde g gezonder dan zachte (persbericht Onze Taal, 31 maart 2010) CONTEXT: Sprekers van de zachte g zijn evolutionair gezien in het nadeel. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de traditionele griepgolf net na carnaval in het zuiden van Nederland. Behalve de kater speelt daarbij ook de geringere afweer tegen 'Randstedelijke BACILLEN' een ro...

Staafvormige bacterie. (uitspraak: baa-SIL) Kijk ook bij bacterie.

[Lat bacillum, verklw. van baculum = stok] staafjesbacterie die zich met trilharen actief voortbeweegt (zie verder bacterie). (De woorden bacil en bacterie mogen niet door elkaar gebruikt worden, aangezien elke bacil wel een bacterie is, maar niet omgekeerd.)

staafvormige bacterie

zie bacillus.

m. staafjesbacterie.

m. bacillen (Lat. bacillum = staafje: staafvormige bacterie); lees ba-sil.