bacillus
bacíllus, - verkleinw. van bacŭlus, staf: staafje.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
(mv. bacilli), bacil, een geslacht van staafjesvormige bacteriën, soms in ketens aan elkaar gerijd, als regel aëroob en spore-vormend. Hiertoe behoren ontelbaar vele zowel onschadelijke als gevaarlijke ziekteverwekkende soorten, zoals de coli-bacil, de tuberkel-bacil. Wetenschappelijk werkte de veel te algemene aanduiding met bacil voor d...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)
bacil, bacterie, ziektekiem ; acid-fast bacillus, zuurvaste bacil ; bacillus diphtherias, diphtheriebacil; Eberth’s bacillus, typhusback bacil; Klebs-Löffler bacillus diphtherie-bacil.; bacillus scarlatinae, roodvonk-bacil; bacillus tuberculosis, tuberkel-bacil; bijv. nw. bacillar,...
Herman Pinkhof (1923)
(beter bacillum) (verkleinw. van baculum, waarnaast later ook baculus, stok), staafje. 1. in de artsenijbereidkunde, geneesmiddelstaafje; vgl. Stilus causticus. 2. ontleedk, staafje van het netvlies. 3. in de plantkunde en ziektekunde, staafjesvormige (tot eivormige) bacteriën, ten minste 11/2, meestal 2—6 maal zoo lang als zij breed zij...
dr. H. Pinkhof (1923)
(beter bacillum) (verkleinw. van baculum, waarnaast later ook baculus, stok), staafje. 1. in de artsenijbereidkunde, geneesmiddelstaafje; vgl. Stylus causticus. 2. ontleedk., staafje van het netvlies. 3. in de plantkunde en ziektekunde, staafjesvormige (tot eivormige) bacteriën, ten minste 1 ½ meestal 2—6 maal zo lang als zij br...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: