Adamsappel
m. (-s, -en), 1. (ontl.) het vooruitstekend bovenste gedeelte van het strottenhoofd (eig. het schildkraakbeen); 2. een soort van citroen, drie- of viermaal zo groot als een gewone oranjeappel (Citrus decumana), meer bekend als pompelmoes en djeroek ; 3. een soort van banaan of pisang (Musa sapientium).