Accorderen
(accordeerde, heeft geaccordeerd), (<Fr.), 1. overeenkomen, overeenstemmen; 2. met elkander goed overweg kunnen; 3. bewilligen, toestaan; 4. een vergelijk treffen, b.v. met een schuldenaar die niet kan betalen; 5. vergelijken (rekeningen); — 6. (muz.) welluidend samenklinken (van tonen); — (Zuidn.) een piano accorderen, s...