Aborteren
(aborteerde, heeft geaborteerd), (<Fr.), een miskraam hebben, ontijdig bevallen.
Wiktionary (2019)
aborteren - Werkwoord 1. (ov) een foetus weghalen ♢ Zij liet zich na dat nieuws meteen aborteren. Woordherkomst afgeleid van het Latijnse abortare met het achtervoegsel -eren
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
aborteren - regelmatig werkwoord uitspraak: a-bor-te-ren 1. de zwangerschap beëindigen door de embryo weg te halen ♢ zij heeft zich laten aborteren in een kliniek Regelmatig werkwoord: a-bor-te-ren ik aborteer...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. abortare = ontijdig baren, van ab = weg, en oriri, ortum = geboren worden) 1 on.w. een (spontane) miskraam krijgen; 2 ov.w. een miskraam opzettelijk verwekken, abortus provocatus uitvoeren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aborteren - aborte'ren (aborteerde, heeft geaborteerd) [Fr.], 1. een miskraam hebben, ontijdig bevallen; 2. een miskraam opwekken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: