Mandaat

betekenis & definitie

De beperkte overdracht aan een hiërarchisch ondergeschikte van een deel van de eigen functie-uitoefening in de vorm van een taakopdracht. Er vindt géén overdracht van bevoegdheden plaats, want de bevoegdheden blijven bij de mandaatgevende, de mandant. De mandaatontvangende, de mandataris, is uitsluitend in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de mandant bevoegd tot het verrichten van algemene of bijzondere handelingen.