Gepubliceerd op 30-07-2017

Quisling, Vidkun Abraham Lauritz Jonsson (1887-1945)

betekenis & definitie

Noors politicus, die tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse stroman in bezet Noorwegen was.

Quisling was de zoon van een luthers predikant. Hij koos aanvankelijk voor een militaire loopbaan, die uiterst voorspoedig verliep. Op zijn vierentwintigste was hij officier bij de generale staf. Later was hij onder meer militair attaché in de Sovjetunie.

In 1928 stapte Quisling van de militaire dienst over naar de politiek. Aanvankelijk werd hij lid van de uiterst linkse Arbeiderspartij. Spoedig raakte hij rechts georiënteerd. In 1931 werd Quisling minister van Defensie voor de conservatieve Boerenpartij. Hij trad hard op tegen de communisten. In februari 1932 werd een aanslag op hem gepleegd; nog in hetzelfde jaar trad hij af als minister.

In mei 1933 richtte Quisling de Nasjonal Samling op, een beweging die zich op het Duitse nationaal-socialisme oriënteerde. Hij zocht contact met Duitse nazi's, waarbij hij aandrong op aansluiting van Noorwegen bij Duitsland.

Op de avond van de negende april 1940, kort na het begin van de Duitse invasie in Noorwegen, riep Quisling zich via de radio uit tot hoofd van een nationale regering. Nóch de Noorse bevolking, nóch koning Haakon VII accepteerde hem. Op 15 april trad hij terug.

Op 1 februari 1942 werd Quisling minister-president; hij regeerde tot het eind van de oorlog. Na de Duitse capitulatie werd hij gevangengenomen, ter dood veroordeeld en terechtgesteld.

De naam Quisling werd ook buiten Noorwegen een synoniem van verrader.