Gepubliceerd op 13-06-2017

Honecker, Erich (1912-94)

betekenis & definitie

Duits politicus; van 1971-89 partijleider van de Duitse Democratische Republiek; van 1976-89 staatshoofd.

Honecker werd in een communistisch mijnwerkersgezin in Saarland geboren. Hij werd in 1929 lid van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) en werkte na de machtsovername van Hitler in 1933 in de illegaliteit. Wegens zijn politieke activiteiten werd hij in 1935 gearresteerd en tot tien jaar tuchthuisstraf veroordeeld. In 1945 werd Honecker door het Rode Leger bevrijd, waarna hij zich bij een uit de Sovjetunie teruggekeerde groep politici aansloot die onder leiding stond van Walter Ulbricht. Een jaar later werd Honecker lid van het Centraal Comité van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED), de leidende partij van Oost-Duitsland. Van 1946-55 was hij voorzitter van de Freie Deutsche Jugend, de jeugdorganisatie van de SED. Honecker ging in 1955 voor een jaar naar Moskou, waar hij tot partijleider werd opgeleid. Na zijn terugkeer in Oost-Berlijn kreeg hij de leiding over de afdeling staatsveiligheid van het Centraal Comité van de SED. In die functie was Honecker direct betrokken bij de bouw van de Berlijnse Muur in 1961. Op 3 mei 1971 volgde Erich Honecker Ulbricht op als eerste secretaris van de SED. In 1976 werd hij secretaris-generaal van de partij. In oktober 1976 werd hij tevens staatshoofd.

Honecker zette zich in voor de internationale erkenning van de DDR en probeerde de relaties met de BRD te verbeteren. Op binnenlands politiek gebied hield hij echter vast aan het starre, door Moskou bepaalde socialisme; tegenstanders van het regime werden hard aangepakt. Honecker was aan het eind van de jaren tachtig ongevoelig voor de hervormingspolitiek van Sovjetleider Michail Gorbatsjov. Hij wist de Oost-Duitse oppositiebeweging jarenlang politieke invloed te onthouden. De massale vlucht van Oost-Duitsers naar de BRD in het najaar van 1989 en grote betogingen in de DDR zelf, bezegelden Honeckers politieke lot. Kort na de viering van het veertigjarig bestaan van de DDR in 1989 werd hij met instemming van Moskou op 18 oktober 1989 afgezet door het Centraal Comité als partijleider en staatshoofd.

Honecker werd later verantwoordelijk gesteld voor de politieke en economische crisis in de DDR. Na de Duitse hereniging in december 1990 werd hij gearresteerd op beschuldiging van landverraad en ambtsmisbruik. In maart 1991 vluchtte hij naar Moskou, waar hij na de ineenstorting van de Sovjetunie in de Chileense ambassade onderdook. Onder grote politieke druk keerde hij in juli 1992 naar Berlijn terug om terecht te staan. De zwaarste beschuldiging was de verantwoordelijkheid voor het bevel tot het schieten op mensen die het land wilden ontvluchten. Wegens zijn slechte gezondheid werd het proces in januari 1993 afgebroken en zag men van verdere vervolging af. Honecker vestigde zich bij zijn vrouw Margot, die al eerder naar Chili was afgereisd. Daar overleed hij op 29 mei 1994.

< >