Gepubliceerd op 13-06-2017

Holocaust

betekenis & definitie

De oneigenlijke benaming voor de vernietiging van een groot deel van de Europese joden door de nationaal-socialisten.

Het woord `holocaust' is de Engelse en Franse weergave van de bijbelse begrippen `brandoffer', respectievelijk `totale zelfopoffering', waarbij wordt uitgegaan van de vrije wil van de betrokkene. De term kwam in zwang na de publicatie van het boek Holocaust van Gerald Green in 1978. Vooral sinds de vertoning van de gelijknamige Amerikaanse televisieserie, die naar het boek werd gemaakt, is het woord ingeburgerd geraakt als synoniem voor het begrip `vernietiging van het Europese jodendom'. In joodse kringen gebruikt men de Hebreeuwse begrippen `shoah', dat `catastrofe' betekent en `choerban', dat staat voor `verwoesting'.

Als begindatum van de holocaust kan 30 januari 1933 worden aangehouden, de dag dat Hitler rijkskanselier van Duitsland werd. Na de Kristalnacht (9-10 november 1938) nam de jodenvervolging in Duitsland dramatische vormen aan. Als einddatum wordt 8 mei 1945 gezien, de dag waarop de onvoorwaardelijke capitulatie van Duitsland werd getekend.