d i. een verrader; de naam van den apostel, die Jezus voor dertig zilverlingen aan zijn vijanden in den hof van Gethsemané verried. Door Jezus een kus te geven — het teeken der vriendschap — wees hij den krijgslieden, die Hem gevangen moesten nemen, aan, wie de Heer was.
Vandaar dat een Judaskus bet.: een verraderlijke kus, een vijandelijke daad onder schijn van vriendschapsbetooning. Een Judasloon is een verradersloon. De Judaspenning is de naam eener plant, een kruisbloem, met groote hauwtjes, die op zilveren penningen gelijken: houdt men ze tegen het licht, dan vertoonen de zaden, naar het volksgeloof, de vormen van Hebreeuwsche letters.
