Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Translātīcĭus

betekenis & definitie

(tralātīcĭus), (door de gewoonte) overgeleverd, van oude herkomst, gebruikelijk, gewoon, edictum, het edict, dat elke stadhouder meestal van zijn voorganger overnam, Cic., hoc vero translaticium est, dit punt is aan vroegere programma’s (van rechtspleging) ontleend, Cic.; neutr. plur. subst., haec tralaticia, deze gewone gang van zaken, Cael. in Cic. ep.

< >