quidnam, P r o n. i n t e r r o g., wie dan? - toch? wat dan? - toch? (in directe en indirecte vragen); soms, voorafgegaan door het vragende num, = iemand, b.v. num quisnam praeterea? is er dan anders nog iemand? Cic.
nam wordt soms van het pron. gescheiden, b.v. quid se nam facturum arbitratus est? Cic.