Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Damno

betekenis & definitie

(1), beboeten, laten boeten

I. (van de rechter)
a. eig., schuldig verklaren, veroordelen, damnari inter sicarios, als moordenaar, Cic., damnari eo nomine, daarvoor, Cic., dikwijls met abl. der beschuldiging, damnari eo crimine, Cic., en met abl. der wet enz., damnari sua lege, Cic., lege repetundarum, Tac., met abl. of gen. der straf, alqm capite, Liv., of capitis, Caes., tot een capitale straf (verlies der burgerlijke rechten, verbanning, gevangenzetting, dood), alqm capitalis poenae, Liv., alqm longi laboris, Hor., damnari decem milibus aeris ab alqo (op iemds aandrijven), Liv.
b. overdr., veroordelen: (van de godheid) damnare alqm voto, tot vervulling van zijn gelofte (door inwilliging van de wens) = iemd zijn wens toestaan, Verg., gewl. pass. damnari voti = zijn wens deelachtig worden, Nep., Liv.; (van de erflater) = (de erven bij testament) verplichten; (tot een straf), alqm tarditatis, Quint., aeternā lumina nocte, Ov. | (iemd van iets) betichten, beschuldigen, alqm summae stultitiae, Cic. | veroordelen = verwerpen, verwerpelijk vinden, afkeuren, vand. ook opgeven, alqm, Quint., Ov., fidem alcs, iemd niet vertrouwen, Curt. (iemd of iets) toewijzen, overgeven, prijsgeven, caput Orco, Ov., quem damnet (sc. leto) labor, wien de oorlog(sarbeid) ten dode wijdt, Verg.

II. (van de klager) iemds veroordeling bewerken, - trachten te bewerken, hoc uno crimine illum, Cic., sub iudice alqm fraudis, wegens enz., Tac.