(1596-1650), Frans mathematicus en wijsgeer, de grondlegger van de moderne filosofie. Via de twijfel aan alles kwam hij tot de overtuiging, dat één ding zeker was, nl. dat hij twijfelde, dus dacht.
En omdat hij dacht, moest hij bestaan. Vanuit dit cogito, ergo sum (ik denk, dus ben ik) kwam hij tot zijn vertrouwen op de rede en zijn rationalisme. De natuur werd door D. mechanisch verklaard en hoewel hij idealistische trekken vertoonde, werden zijn ideeën zowel door Katholieken als door Protestanten heftig bestreden. D. bracht vele jaren van zijn leven in Nederland door. Hoofdwerk: Discours de la méthode (1637).