Wat is de betekenis van discours?

2025-06-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Discours

(Fr.), o. (-en), 1. gesprek; rede; 2. conversatie : weinig discours hebben.

2025-06-18
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

discours

Discours verwijst naar een formeel gesprek, een discussie of communicatie, over een specifiek onderwerp. Het kan ook verwijzen naar een bepaalde manier van spreken of schrijven die wordt gebruikt binnen een bepaalde gemeenschap, beroep of discipline. In bredere zin omvat het begrip "discours" ook de sociale, culturele en politieke context...

2025-06-18
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

discours

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: geen Engels, maar Frans

2025-06-18
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

discours

gesprek, discussie, vertoog uitspraak [dis-koer] of [dis-koers] citaat “Het actieplan van de regering tegen radicalisering dateert van begin 2015. Het voornemen wordt nu in de praktijk gebracht: ‘Het is de bedoeling dat we kleinschalige initiatieven ondersteunen waarbij boodschappen worden verspreid die het extremistische discours...

2025-06-18
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

discours

(onderwerp en toon van) gesprek Maar het komt ook omdat het discours van het Poetinregime de haat en het wantrouwen jegens het Westen enorm heeft vergroot. (Humo) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 2

2025-06-18
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Discours

[Fr., van Lat. discursus, van discurrere, -cursum = uiteenlopen, bespreken] gesprek, onderhoud.

2025-06-18
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Discours

gesprek

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-18
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Discours

o., gesprek, redevoering; voorlezing.