(1863-1923), Ned. romanschrijver, bracht zijn jeugd in Indië door, vestigde zich Den Haag, studeerde letteren, verbleef veel in het buitenland; na matig debuut met verzen bracht hij hoogst opmerkelijke Haagse roman Eline Vere (1889, zijn meesterwerk) , vervolgens werken van weidse verbeelding (Majesteit, 1893, Wereldvrede,
1895), sprookjesachtige verhalen als Psyche (1898) en Fidessa (1899), eindelijk de realistische Boeken der kleine zielen (1901-3) en de fantastisch-historische boeken De Berg van Licht (1905-6), De Komedianten (1917), Iskander (1920), Het zwevende Schaakbord (1922). Hij munt uit in het behandelen van overgevoelige naturen en van in ontbinding verkerende toestanden en tijdperken.