Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Ibero-Amerikaans – koloniale kunst – architectuur - zilversteden

betekenis & definitie

DE IBERO-AMERIKAANSE KOLONIALE KUNST: ARCHITECTUUR:

DE ZILVERSTEDEN

Het weelderigst was de manier van leven in de steden van de zilvermijnen. Aanvankelijk hadden de Zuidamerikaanse mijnen de conjunctuur mee. Het verhaal van de stad Potosi, meer dan 4000 meter hoog in de Boliviaanse Andes gelegen, 643 km van de dichtstbijzijnde haven verwijderd, is wellicht het meest ongeloof-

lijke van alles wat zich in de Spaanse koloniën afspeelde. De Spanjaarden stichtten deze stad in het jaar 1547. Bij wijze van erkentelijkheid voor de driehonderdvijftig miljoen gouden peso’s,die zij aan de kroon had betaald, werd haar 15 jaar later de titel verleend van ’zeer plichtsgetrouwe stad des rijks’. In de eerste helft der zeventiende eeuw bereikte ze haar hoogste inwonerscijfer (160.000); op één Spaans gezin waren er toen tienduizend Indianen.

Toen de zilvermijnen uitgeput raakten begon de terugslag en in 1825 woonden er nog slechts achtduizend mensen. Ook hier werd in de mijnen het ’mita’ systeem van de dwangarbeid toegepast met zijn maar al te vaak rampzalige gevolgen. Van de Indianen,die gewoon waren op grote hoogte te leven, was slechts een tiende gedeelte bestand tegen het werk in de mijnen; er moesten dus nieuwe bronnen voor werkkrachten worden aangeboord. Indianen uit het kustgebied werden naar de gedeeltelijk op meer dan 4200 m hoogte gelegen groeven gedreven. Hun gezinnen en hun bezittingen mochten zij meebrengen, maar door de onmenselijke

omstandigheden, waarin ze moesten werken, waren ze na het uitdienen van de hun opgelegde termijn niet meer tot werken in staat. In de achttiende eeuw werden de groeven in Noord-Mexico belangrijker dan die in de Andes. De kunst en architectuur waren in die tijd reeds oververfijnd. Zilversteden als Queretaro, San Luis Potosi, Guanajuato en Zacatecas getuigen tot in onze dagen van deze roemrijke tijd. In Zacatecas is opmerkelijk het fraaie steenhouwerswerk.

door Prof. Dr. Pal Kelemen.