Gepubliceerd op 11-11-2021

van

betekenis & definitie

I. vz. drukt uit o. a.:

1. een scheiding, beroving, bevrijding: ik sloeg hem de hoed van het hoofd; van iem. scheiden; het boek van de tafel nemen; van huis gaan;
2. een tijdruimte, waarin iets gebeurt, gedurende: van de week is het niet druk geweest;
3. een beginpunt: van September tot December;
4. sedert, dikwijls met af verbonden: van die dag af;
5. aanleiding of oorzaak: van honger en koude sterven;
6. vervangt allerlei genitieven: de hoed van mijn vader; een van mijn vrienden;
7. drukt uit een afkomst: van Groningen zijn;
8. vervangt stoffelijke adject.: van hout gemaakt; nog: van rechtswege, volgens het recht; Z.-N. van dikte, lengte zijn, de vereiste dikte hebben.

II. m. vannen; familienaam: iem. bij zijn van noemen; hoe is uw van?