I. v. (o.-Fr. chiere: datgene, waarmee men iem., of waaraan men zich te goed doet, onthaal): ik hou van goede sier; inz. in zegsw. goede sier maken, pret maken, lekker laten opdissen, smullen, de bloemetjes buiten zetten.
II. v. (sieraad, tooi).
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. v. (o.-Fr. chiere: datgene, waarmee men iem., of waaraan men zich te goed doet, onthaal): ik hou van goede sier; inz. in zegsw. goede sier maken, pret maken, lekker laten opdissen, smullen, de bloemetjes buiten zetten.
II. v. (sieraad, tooi).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: