Gepubliceerd op 11-11-2021

plechtig

betekenis & definitie

I. bn. (geheel naar de vorm zijnde, met inachtneming van alle vormelijkheden en gebruiken inz.: 1 met volle staatsie, statig en in de vorm; 2 in de vereiste vorm geschiedende, zodat er formeel niets aan ontbreekt; 3 tot ernst stemmende gevoelens opwekkende, ernstig, stemmig; 4 een statige, ernstige indrukmakende):

1. plechtige vergadering der Academie; een plechtige intocht; een plechtig Lof;
2. een plechtige eed; iem. de plechtige verzekering geven, nadrukkelijk verzekeren;
3. een plechtig uur; plechtige ceremoniën, ook bij bet. 1.;
4. de kamer had een ouderwets plechtig voorkomen; plechtige taal; plechtige stilte;

II. bw. in soortgelijke toepassingen als bn.:

1. plechtig iets herdenken;
2. Filips II plechtig afzweren; iets plechtig beloven;
3. plechtig klonk het kerkgezang.

< >