Gepubliceerd op 11-11-2021

levendig

betekenis & definitie

bn., bw. (1 vrolijk, opgewekt; 2 druk, vol beweging; 3 wakker, helder; 4 krachtig; 5 van kleuren: scherp uitkomend; 6 zeer duidelijk, als in werkelijkheid):

1. het gesprek werd gedurig levendiger;
2. een levendige handel; een levendig verkeer;
3. een levendig oog;
4. een levendige verbeelding; een man levendig van geest, vlug, opgewekt;
5. levendige kleuren;
6. zich levendig in iets verdiepen.

< >