1. bn. (water doorlatende): lek worden, zijn; een lek vat, lekke schoenen, een lekke fluit, gebarsten;
2 o. lekken (lekgat): het vat kreeg een lek; een lek stoppen;
3. m. in bet. 2 lekken (het lekken; Z.-N. droppel): de lek op de zolder.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
1. bn. (water doorlatende): lek worden, zijn; een lek vat, lekke schoenen, een lekke fluit, gebarsten;
2 o. lekken (lekgat): het vat kreeg een lek; een lek stoppen;
3. m. in bet. 2 lekken (het lekken; Z.-N. droppel): de lek op de zolder.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: