Gepubliceerd op 11-11-2021

grollen

betekenis & definitie

grolde, h. gegrold (1 lollen, grommen, een knorrend geluid maken; 2 fig. morren, pruttelen, knorren);

1. de wilde dieren grollen, varkens kunnen grollen; Z.-N. mijn beer begint te grollen, ik heb honger;
2. op iem. grollen, over iets grollen.

< >