Wat is de betekenis van grollen?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

grollen

Het begrip grollen heeft 4 verschillende betekenissen: 1) grappen verkopen. grappen verkopen, vooral van een ruwere humoristische soort. Veelal in de verbinding grappen en grollen. 2) grommen. een dof, grommend keelgeluid maken als uiting van agressie; grommen. 3) grommend zeggen. iets op een grommende, humeurige toon...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grollen

grollen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord grol

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

grollen

brommen, rommelen (informeel) Het is half zeven en mijn maag begint te grollen, misschien straks toch met Pieter iets te eten gaan zoeken. (J.M.H. Berckmans, Na het baden bij Baxter en de ontluizing bij Miss Grace) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 5 Vlaamsheid: 1

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

grollen

(grolde, gegrold) brommen, knorren, een brommend of rommelend geluid maken - mijn buik/maag begint te grollen, mijn maag begint te knorren. Met de regelmaat van de klok begint zijn maag te grollen en moet hij wat eten. - LN, 01-06-2002. <fig.> mopperen, knorren.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

grollen

Van dieren en zaken: een dof, brommend, knorrend of rommelend geluid maken; knorren, brommen, grommen; rommelen (van de donder); van geluiden, uitroepen: grimmig klinken: mijn buik, beer, maag begint te grollen, mijn maag begint te knorren, ik krijg honger; - van pers.: brommen, mopperen (als uiting van ontevredenheid enz.); kwaad zijn of wo...

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Grollen

rollen, rommelen (van de donder); grommen; einem grollen, wrok koesteren jegens iemand, mokken.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grollen

(grolde, heeft gegrold), 1. een dof, brommend of knorrend geluid maken: een grollend zwijn; wat grolt (krolt) die kat; mijn maag grolt: (Zuidn.) mijn beer begint te grollen, ik krijg honger; 2. (Zuidn.) kreunen; grollen in de slaap, snorken : 3. morren, pruttelen : hij zit hele dagen te grollen ;...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grollen

grolde, h. gegrold (1 lollen, grommen, een knorrend geluid maken; 2 fig. morren, pruttelen, knorren); 1. de wilde dieren grollen, varkens kunnen grollen; Z.-N. mijn beer begint te grollen, ik heb honger; 2. op iem. grollen, over iets grollen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grollen

('grollən) (grolde, heeft gegrold) [~ grommen] 1. een brommend, knorrend geluid maken : -de varkens. 2. pruttelen, mopperen : op iemand, over iets -. 3. uitvaren, opspelen : tegen zijn vrouw -.