gebruikte, h. gebruikt (zich van iets bedienen, in verschillende toepassingen): een werktuig gebruiken, bezigen tot iets; zijn armen, zijn been gebruiken; zijn ogen, zijn tong (weten te) gebruiken, nl. er flink mee (weten) om (te) gaan, gebruik van (weten te) maken; een diné, een ontbijt gebruiken, het nuttigen; wat zal mijnheer gebruiken? wil u niets gebruiken? eten, drinken; de baden gebruiken, een badkuur ondergaan; een geneesmiddel gebruiken, aanwenden; zijn geld goed gebruiken, besteden; krachten, vermogens gebruiken, aanwenden; zijn verstand gebruiken, behoorlijk nadenken; zijn tijd (goed) gebruiken, (goed) besteden; een woord goed gebruiken, bezigen; zich tot alles laten gebruiken, z. tot lijdzaam werktuig verlagen, lenen tot allerlei minne diensten; geduld, gestrengheid enz. gebruiken, aan den dag leggen, betonen inz. met een bepaalde bedoeling; ik kan hem in de zaak niet gebruiken, hij is niet geschikt voor de zaak; lijntrekkers kan ik niet gebruiken; ik kan (van) alles gebruiken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk