Synoniemen zoeken
Synoniem van gebruiken
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
gebruiken
gebruiken - (ov. ww) kiezen voor een bepaald middel. Het kan worden verbonden met een weglaatbare voorzetselbepaling: 'iets gebruiken voor een bepaald doel'. Synoniemen: aanwenden (voor), benutten (in België ook: benuttigen), gebruik maken van en, in formele stijl, zich ... ten nutte maken. Bij besteden gaat het om zaken als geld, aandacht en moeite (zie aldaar). Bij misbruiken of misbruik maken van is er sprake van immoreel gedrag. Iemands onkunde, naïviteit en dergelijke kun je exploiteren. Profiteren van geeft te kennen dat men iets gebruikt tot zijn eigen voordeel. Munt uit iets slaan wil zeggen dat iemand op een nogal uitgekookte manier profiteert van voor anderen ongunstige omstandigheden: 'munt slaan uit de crisis, uit de heersende verwarring'. Geld, tijd en energie zijn het lijdend voorwerp van besteden (aan) (zie aldaar). Bij spenderen aan en - in formele stijl - ten koste leggen aan is een vaste voorzetselbepaling verplicht: 'veel tijd spenderen aan een studie'. Een gelegenheid of kans grijp je aan, grijp je bij het haar of neem je te baat; in deze woorden schemert een zekere gretigheid door. Dat is minder het geval met het vrijwel synonieme waarnemen. Zich bedienen van (zie aldaar) veronderstelt een instrument, middel of techniek als object. Het in gebruik hebben van iets strekt zich uit over een langere periode. Toepassen heeft bijvoorbeeld een methode, een truc, metafoor, uitvinding of principe als lijdend voorwerp. Wie zich met iets behelpt of zich daarmee redt, bedient zich van iets krakkemikkigs, of iets dat een gebrekkige vervanging is voor het eigenlijke hulpmiddel. Bezigen gebruik je alleen bij niet-stoffelijke zaken, zoals een methode, invloed, taal. Hanteren impliceert dat je je van iets bedient op de daartoe bestemde manier, je verbruikt geld of niet-duurzame goederen wanneer je ze in het economische proces gebruikt tot ze op zijn; door verbranden wordt iets opgestookt; geld maak je op. Ook opsouperen duidt op de eindigheid van de zaak in kwestie: zijn kapitaal, zijn spreektijd opsouperen. energie of kracht richt men op iets. Een recht, macht, gezag en invloed worden uitgeoefend. Uitspelen tegen gebruik je wanneer een feit dat in iemands nadeel is, wordt gebruikt om voordeel op hem te behalen.
Zie: verspillen; voordeel halen uit; wijden aan.

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)

Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Gebruiken
Spreekwoord(en):
• men moet de wind niet door de hekken laten waaien
• smeed het ijzer wijl het heet is

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Gebruiken
Door bepaalde middelen streven naar de bereiking van zeker doel. Gebruiken is het algemeenste, en laat gevolg en wijze van handelen in het midden. Zijn tijd wel of kwalijk ge-bruiken. Zich ten nutte maken is gebruiken op zulk een wijze, dat het gebruik voordeel geeft aan den gebruiker. Die zijn tijd aan beuzelingen verkwist, maakt zich dien schat niet ten nutte. Bezigen en zich bedienen stellen de handeling voor in betrekking tot een doel, dat meestal in den zin wordt aangewezen. Bezigen wordt gezegd van het gebruik maken van zaken als werktuig, terwijl zich bedienen van even als gebruiken personen of zaken als object der handelingen kan hebben. Bij zich bedienen van staat meer op den voorgrond de hulp, die men van iemand of van iets kan hebben, voor de bereiking van zijn doel. Men bezigt gewoonlijk geen pennemes om vleesch te snijden, maar men kan er zich desnoods daar¬toe van bedienen. Besteden heet insgelijks iets als middel gebruiken, maar wordt voornamelijk ten opzichte van die zaken gezegd, die door het gebruik vergaan. Men besteedt zijn geld en zijn tijd, maar men gebruikt zijne pen. Met aanwenden is het begrip van een doel, waartoe krachten, vermogens of hulpmiddelen gebruikt worden, altijd onafscheidelijk verbonden. Vernuft, tijd, geld, moeite, vlijt aanwenden. De middelen, die zij aanwendde, hielpen haar niet.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gebruiken
gebruiken - regelmatig werkwoord
uitspraak: ge-brui-ken
1. eten of drinken
♢ in dit restaurant gebruikten we de maaltijd
2. er zo mee omgaan dat je er wat aan hebt
♢ hij gebruikt onze stofzuiger
3. hem iets laten doen terwijl dat niet in zijn belang is
♢ hij laat zich door die vrienden gebruiken
Regelmatig werkwoord: ge-brui-ken
ik gebruik
jij/u gebruikt
hij/zij gebruikt
wij/zij/jullie gebruiken
ik/jij/u/hij/zij gebruikte
wij/zij/jullie gebruikten
hij heeft gebruikt
de/het/een gebruikte ....
gebruikend, gebruikende
Synoniemen
aanwenden, benutten, bezigen, hanteren, misbruiken, toepassen