Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie H
- herijken
- herik
- herinneren
- herinnering
- herinneringsvermogen
- herkansen
- herkauwen
- herkauwer
- herkenbaar
- herkennen
- herkenning
- herkenningsteken
- herkeuren
- herkeuring
- herkiesbaar
- herkiezen
- herkiezing
- herkomen
- herkomst
- herkomstig
- herkoop
- herkrijgen
- herkrijging
- herleiden
- herleven
- herleving
- herlezen
- Hermandad
- hermaphrodiet
- hermelijn
- hermelijnen
- hermelijnvlinder
- hermen
- hermeneutiek
- Hermenzuil, Hermeszuil
- Hermes
- Hermesstaf
- hermetisch
- hermiet
- hermietkreeft
- hermitage
- hernemen
- Hernhutter
- hernieuwen
- Herodes
- Herodianen
- Herodotus
- heroën
- heroïden
- heroïek
- heroïsme
- Heronsfontein
- heropleiding
- heros
- heroveren
- herpakken
- herplaatsen
- herrebekken
- herrie
- herrijzen
- herroepen
- herroeping
- herschapen
- herschatten
- herscheppen
- hersenen
- hersengymnastiek
- hersenloos
- hersenpan
- hersenschim
- hersenschimmig
- hersenschudding
- hersenverweking
- hersenvlies
- hersenwinding
- herst
- herstel
- herstellen
- herstelling
- herstellingsoord
- herstellingsteken
- herstemming
- hert
- hertebeest
- hertebout
- hertekamp
- hertekop
- hertengewei
- hertepaard
- Hertha
- hertog
- hertogdom
- hertogelijk
- hertogin
- hertogskroon
- hertrekken
- hertrouwen
- hertshooi
- hertshoorn hertshoren
- hertsleder, hertsleer
