Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie H
- huur
- huurbrief
- huurceel
- huurcommissiewet
- huurcontract
- huurhouder
- huurhuis
- huurkazerne
- huurkoetsier
- huurkoop
- huurleger
- huurling
- huurovereenkomst
- huurpenning
- huurprijs
- huurrijtuig
- huurwaarde
- huwbaar
- huwelijks
- huwelijksadvertentie
- huwelijksafkondiging
- huwelijksband
- huwelijksbeloften
- huwelijksbootje
- huwelijksliefde
- huwelijksmakelaar
- huwelijkspanden
- huwelijksplicht
- huwelijksreis
- huwelijkstrouw
- huwelijksvoorwaarden
- huwelijkszegen
- huwen
- huzaar
- huzarensla
- hyacint
- Hyaden
- hyaliet
- hybridisch
- hydr(o)
- hydra
- hydraat
- hydraulica
- hydraulisch
- hydrogeen (hydrogenium)
- hydrographie
- hydrographisch
- hydrometer
- hydrometrie
- hydrophobie
- hydrophoon
- hydroplaan
- hydropsie, hydropisie
- hydrostatica
- hydrostatisch
- hydrostatisch bn., bw.; op de hydrostatica berustend: de hydrostatische wet, wet van Archimedes; zie heureka
- hydrotechniek
- hydrotherapie
- hydroxyde
- hyena
- hyetometer
- Hygiëa (Hygea)
- hygiëne
- hygiënisch
- hygiënisch bn., bw.; de gezondheidsleer betreffende; overeenstemmende met: een hygiënisch tijdschrift; hygiënisch leven
- hygro…
- hygrometer
- hygrometrie
- hygrometrisch
- hygroscoop
- hygroscopisch
- Hymen (Hymenaeus)
- hymeneeën
- Hymettus
- hymne
- hyp(o)
- hyper…
- hyperbolisch
- hyperbool
- hypercorrectheid
- hypercritiek
- hypercultuur
- Hyperion
- hypermetropie
- hypermodern
- hypertrophie
- Hypnos
- hypnose
- hypnotisch
- hypnotiseren
- hypnotiseur
- hypnotisme
- hypocaustum
- hypochonder
- hypochondrie
- hypochondrisch
- hypochondrist
- hypocras
- hypocriet
- hypotenusa
