Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- staartklok
- staartloos
- staartmees
- staartmolen
- staartpagina
- staartpiano
- staartpruik
- staartriem
- staartschroef
- staartster
- staartstuk
- staartveder, staartveer
- staartvin
- staartvlak
- staat
- staathuishoudkunde
- staathuishoudkundig
- staatkunde
- staatkundig
- Staats
- Staatsalmanak
- staatsambt
- staatsambtenaar
- staatsbankroet
- staatsbediening
- staatsbegroting
- staatsbelang
- staatsbeleid
- staatsbemoeiing
- staatsbesluit
- staatsbestuur
- staatsbetrekking
- Staatsblad
- staatsburger
- staatsburgerlijk bn., bw.: staatsburgerlijke rechten, politieke
- staatscommissie
- Staatscourant
- staatsdienaar
- staatsdienst
- staatsdomein
- Staatsen
- staatsexamen
- staatsgeheim
- staatsgevaarlijk
- staatsgevangene
- staatsgevangenis
- staatsgezag
- Staatsgezind
- staatsgodsdienst
- staatsgreep
- staatshoofd
- staatshulk
- staatsie
- staatsiedegen
- staatsiegordijn
- staatsiekoets
- staatsinkomsten
- staatsinrichting
- staatskerk
- staatsleer
- staatsloterij
- staatsman
- staatsmiddelbaar
- staatsmijn
- staatsminister
- staatsmisdadiger
- staatsmonopolie
- staatspapier
- staatspartij
- staatsraad
- staatsrecht
- staatsrechtelijk
- staatsregeling
- staatsruif
- staatsschuld
- staatsschuldboekje
- staatssecretaris
- staatssocialisme
- staatsspoorweg
- staatsstuk
- staatstoezicht
- staatswege (van)
- staatswet
- staatswetenschap
- staatszaak
- staatszorg
- staatzucht
- Stabat Mater
- stabiel
- stabilisatie
- stabiliseren
- stabiliteit
- staccato
- stad
- stade, sta
- stadfries
- stadgenoot
- stadhouder, stedehouder
- stadhouderlijk
- stadhouderloos