Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- splitten
- spodderen
- spoed
- spoedbestelling
- spoedcertificaat
- spoedeisend
- spoeden
- spoedig
- spoedstuk
- spoel
- spoeldrank
- spoelen
- spoeling
- spoelingbak
- spoelingdistrict
- spoelingkoe
- spoelingstelsel
- spoelkom
- spoelsel
- spoelstelsel
- spoeltje
- spoelworm
- spog
- spoken
- spokerij
- spokken
- spoliatie
- spon
- sponde
- spondeus
- spong
- spongat
- sponning
- spons
- sponsachtig
- sponsaliën
- sponsen
- sponsvisser
- spontaan
- spontaneïteit
- sponturf
- sponzedoos
- sponzennet
- spook
- spookachtig
- spookdier
- spookhuis
- spookuur
- spoor
- spoorbaan
- spoorbalk
- spoorboekje
- spoorboot
- spoorbrug
- spoorkaartje
- spoorklok
- spoorlijn
- spoorloos
- spoorslag
- spoorslags
- spoorstaaf
- spoorstudent
- spoortijd
- spoortrein
- spoorwagon
- spoorweg
- spoorwegaandeel
- spoorwegarts
- spoorwegdienst
- spoorweggids
- spoorwegnet
- spoorwegwaarde
- spoorwijdte
- Sporaden
- sporadisch
- sporangium
- sporen
- sporeplanten
- sporrelig
- sporreling
- sport
- sportartikel
- sportblad
- sporthemd
- sportief
- sportkar
- sportman
- sportpet
- sportterrein
- sportwereld
- spot
- spotachtig
- spotdicht
- spotgeld
- spotgoedkoop
- spotlach
- spotlijster
- spotlust
- spotprent
- spotprijs
