Gepubliceerd op 11-11-2021

spoelen

betekenis & definitie

I. spoelde, h. gespoeld (op klossen winden): het garen spoelen, opklossen.

II. spoelde, h. (1), i. (2) gespoeld (1 reinigen. wassen; 2 vloeien, stromen):

1. de mond spoelen; het wasgoed spoelen; zegsw. iem. de voeten spoelen, hem verdrinken; de keel spoelen, drinken, inz. sterke drank;
2. het water der rivieren spoelt naar de zee, stroomt.