Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- beroemdheid
- beroemen, zich
- beroep
- beroepen
- beroepene
- beroeper
- beroepsbezigheid
- beroepsbrief
- beroepsklapper
- beroepsmisdadiger
- beroepsofficier
- beroepsrijder
- beroepsspeler
- beroepsziekte
- beroerd
- beroeren
- beroerling
- beroerte
- beroesten
- berokkenen
- berooid
- berouw
- berouwen
- berouwhebbend
- berouwvol
- beroven
- berrie
- bersaglieri
- berserker
- berserkerwoede
- berst
- bersten
- bertillonnage
- bertram
- berucht
- beruiken, berieken
- berusten
- berusting
- bes
- beschaafd
- beschaafdheid
- beschaamd
- beschadigd
- beschadigen
- beschaduwen
- beschamen
- beschaming
- bescharen
- beschaven
- beschaving
- bescheid
- bescheiden
- beschenken
- beschermeling
- beschermengel
- beschermheer
- beschermheilige
- bescherming
- beschermvrouw(e)
- beschieten
- beschik
- beschikal
- beschikbaar
- beschikbaarheid
- beschikken
- beschikking
- beschilderen
- beschildering
- beschimmeld
- beschimmelen
- beschimpen
- beschimping
- beschoeien
- beschoeiing
- beschonken
- beschoren
- beschot
- beschouwen
- beschouwend
- beschouwing
- beschreien
- beschreven
- beschrijden
- beschrijf
- beschrijven
- beschrijvend
- beschrijving
- beschrijvingsbiljet
- beschrijvingsbrief
- beschroomd
- beschroomdheid
- beschuit
- beschuitbus
- beschuldigde
- beschuldigen
- beschuldiging
- beschutten
- beschutting
- besef
- beseffen