Gepubliceerd op 11-11-2021

alpaca

betekenis & definitie

I. v. (bergschaap der Andes inz. in Peru; Lat. lama pacos; de zijdeachtige wol, het weefsel); in bet. 1 alpacas.

II. o. (op zilver gelijkende legering van koper, zink, nikkel; namaak zilver): alpaca lepels; ook opgevat als onbuigbaar stoffelijk bn. zonder uitgang -en, dus: alpaca lepels.

Opm. Dikwijls worden (vreemde) stofn. aldus als bn. gebruikt, verg. asbest. In zulk geval valt het accent op het zn., in de als samenst. opgevatte woordcombinatie

op het eerste deel.

< >