v. -en;
1. het afleiden inz. v. e. vloeistof, het doen wegvloeien, het afvoeren: een buis tot afleiding van het water, een draad tot afleiding van de electriciteit;
2. verstrooiing, ontspanning: enige afleiding bezorgen;
3. spraakk. het afleiden, het vormen van woorden door voor- of achtervoegsels of klankwijziging: de leer der afleiding;
4. het afgeleide woord: grijsaard is een afleiding.