hakte af, heeft afgehakt;
1. door hakken afscheiden; afhouwen: een tak afhakken;
2. in stukken hakken: een geslachte koe afhakken.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
hakte af, heeft afgehakt;
1. door hakken afscheiden; afhouwen: een tak afhakken;
2. in stukken hakken: een geslachte koe afhakken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: