Gepubliceerd op 14-06-2016

Droogte

betekenis & definitie

Langdurige periodes met weinig neerslag komen in Nederland niet vaak voor en leiden zelden tot ernstige droogte.

Dat wij in ons land weinig droogte kennen, komt door de vele meren en de gestage aanvoer van water, voornamelijk van de Rijn. Periodes met droogte zijn moeilijk te vergelijken, want het verloop van neerslag verschilt sterk van jaar tot jaar. Bij zonnig weer met wind en hoge temperaturen kan er veel vocht verdampen. Hierdoor neemt het actuele watertekort snel toe. Ook de geschiedenis is van belang. Als het ook eerder in het jaar droog was, loopt het tekort op. De landbouw vult het tekort aan met kunstmatige beregening. Dit heeft gevolgen voor de beschikbaarheid van water.

Het KNMI brengt de droogtesituatie in ons land in kaart met het tekort aan neerslag. Het potentieel doorlopend neerslagoverschot wordt berekend uit de hoeveelheid regen die valt, verminderd met de verdamping (referentiegewasverdamping) gedurende het groeiseizoen tussen april en september. Verdamping gebeurt via planten. De wortels onttrekken water aan de bodem en de bladeren geven vocht af. Zon, wind en temperatuur bepalen in hoge mate de grootte van de verdamping. Hoe warmer, zonniger en winderiger, hoe meer water er verdwijnt.

De ontwikkeling van de droogte hangt uiteraard af van het verdere verloop van het weer. Op langere termijn kan dat in ons grillige klimaat alle kanten op. Dat blijkt overduidelijk uit het verloop in vorige droge periodes. Sommige droogteperiodes liepen al gelijk in het begin van de zomer af. In andere jaren bleef de neerslag ook in de warmste tijd van het jaar uit.