Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wettelijk betaalmiddel

betekenis & definitie

noemt men dat betaalmiddel, dat in het betrokken land, ingevolge wettelijk voorschrift van het land, in betaling moet worden aangenomen tot kwijting van een geldelijke verplichting. Sommige betaalmiddelen kunnen tot ieder bedrag, andere slechts tot een beperkt bedrag wettelijk betaalmiddel zijn.

In Nederland zijn wettelijk betaalmiddel tot ieder bedrag: de biljetten der Ned. Bank, het gouden tientje en het gouden vijfje; de rijksdaalder, de gulden en de halve gulden.

Tot een beperkt bedrag zijn wettelijk betaalmiddel: het kwartje en dubbeltje tot 10 gld., de nikkelen stuiver tot 1 gld. en de bronzen munt tot 0,25 gld.In België zijn als w. b. te beschouwen:

a) de door de Nationale Bank van België uitgegeven biljetten (K.B. 2 Aug. 1914 en 25 Oct. 1926);
b) de kleinmunt (wet van 12 Juni 1930 gewijzigd door de wet van 14 April en 14 Aug. 1933,) waaronder begrepen zijn de metallieke stukken van 20 frs., 5 frs. en 1 fr.;
c) de pasmunt (wet van 12 Juni 1930), waaronder te rekenen de stukjes van 50, 25, 10 en 5 centimen. Voorheen werden hier ook nog onder gerekend de koperstukjes van 2 centimen en van 1 centime; deze zijn echter uit den omloop getrokken.

Krachtens de wet van 20 Dec. 1860 behoeft de pasmunt slechts tot een bepaald bedrag in de betalingen aanvaard te worden. Rondou.

< >